Dag acht van het
WK Darts 2026 leverde opnieuw genoeg gespreksstof op, maar in de ogen van
Vincent van der Voort sprong er één conclusie uit:
Michael van Gerwen kwam weg met de schrik, en dat had vooral met ritme te maken. In de podcast
WK Darts Draait Door gaf de gestopte profdarter een ongefilterde analyse van de 3-1 zege van ‘Mighty Mike’ op debutant Mitsuhiko Tatsunami, en hij legde meteen de vinger op de zere plek.
Van der Voort zag in de eerste minuten nog weinig reden tot paniek. De eerste drie pijlen, het gevoel dat het wel ‘even’ zou gebeuren, en dan toch een avond die alle kanten op ging. Niet omdat Tatsunami opeens een wereldtopper bleek, maar omdat Van Gerwen zichzelf het moeilijk maakte. Van der Voort vatte het zonder omwegen samen. „Kijk, ik denk niet dat zijn vorm zo slecht is. Ik denk alleen dat het allemaal een gebrek aan wedstrijdritme is.”
Volgens Van der Voort zit de kern niet in techniek, niet in de worp, zelfs niet in pure vorm, maar in de manier waarop Van Gerwen zijn weken heeft ingedeeld richting Alexandra Palace. „Ook de manier van trainen. Hij heeft natuurlijk wel veel losgegooid thuis. Hij heeft wel veel gegooid. Maar hij heeft zichzelf niet getest, continu. En dat is waar ik vaak op gehamerd heb. Hij moet trainen.”
Het woord ‘testen’ kwam meerdere keren terug. Niet zomaar een uurtje gooien, niet vrijblijvend de arm losmaken, maar trainen alsof er iemand tegenover je staat die je dwingt om scherp te zijn op de momenten die tellen. „En al heb je geen tegenstander, dan moet je spelletjes doen wanneer je jezelf test. En je ziet nu, de scherpte is er gewoon niet. Het is wel met vlaggen heel goed.”
Van der Voort erkende ook dat er best veel goed uitzag aan Van Gerwen, maar dat het niet bij elkaar kwam in één constante lijn. „Sommige beurten, soms staat het er heel mooi in. De pijlen zijn prima. Het staat mooi in het bord. Het vliegt goed. De armbeweging is ook niet verkeerd. Maar het is niet scherp.”
En juist die scherpte is op het WK het verschil tussen ‘overleven’ en ‘domineren’. Tegen iemand als Tatsunami kun je nog wegkomen, maar het gevoel dat je met drie versnellingen te weinig speelt, blijft niet zonder gevolgen.
Laatste echte wedstrijd, te lang geleden
Dat Van Gerwen tegen Tatsunami geen statement maakte, zoals anderen dat in het toernooi wél deden, vond Van der Voort niet verrassend. Hij keek vooral naar de kalender. „Natuurlijk speelt dat mee. We hebben natuurlijk wel de demos gespeeld. En dat wilde hij ook wel. Maar dat is ook alweer anderhalve week geleden. En dan moet je in die anderhalve week, tot een dag of twee of drie van tevoren, jezelf wel testen. En dat is in mijn ogen veel te weinig gebeurd.”
Het WK laat dit jaar al meerdere spelers zien die meteen op niveau binnenkomen. Van der Voort noemde het groepje dat “wel wat neergezet heeft”, met toppers en uitdagers die meteen toonbaar maken waar ze staan. Van Gerwen stond daar op dag acht niet tussen. „Dat is zeker niet gelukt.”
Zijn oordeel over de partij bleef stevig. „Ja, dit was gewoon een matige opname… Dit was gewoon niet goed. Hij mag blij zijn dat hij met deze tegenstander had en dat hij hiermee wegkomt.” Het was vooral Van Gerwens wisselvalligheid die hem stoorde. „Er zat helemaal geen continuïteit in. Of dat hij het op een gegeven moment te pakken heeft. Die derde set was best goed. Maar de vierde set was weer echt heel matig.”
Trainingsadvies, nu het nog kan
Van Gerwen heeft tijd tot 23 december, en Van der Voort gelooft dat je in een paar dagen nog wel degelijk iets kunt bijschaven, mits je het serieus aanpakt. „Tuurlijk. In een paar dagen tijd kan je heus wel wat doen. Dat kan zeker. Maar dan moet je het wel gaan doen.”
Hij verwacht geen wonderen, maar wél een aanpak die meer lijkt op wedstrijdsituaties. Geen losse sessies, maar spelvormen die druk simuleren. „Ik denk alleen dat je morgen al een uurtje moet maken. En spelletjes moet gaan doen.”
Van der Voort schetste ook hoe dat er praktisch uit kan zien, zonder dat je meteen een sparringpartner van topniveau nodig hebt. „Maar dat je dan gewoon zegt. Hij speelt 301, jij 501. Dat je er achteraan moet. Maar dat je in ieder geval een jager bent. En dat je bezig bent om wedstrijden te winnen. Dat je dat nagaat bootsen.”
Of Van Gerwen dat gaat aannemen, durfde hij niet te voorspellen. „Dat weet ik niet… Dan kan je het alleen maar aanbieden. En zeggen dat het dat is. En dan is het aan hem of hij dat aannemt. Als hij denkt dat is niet nodig. Dan moet hij dat vooral niet doen.”
Gedoe buiten het bord
De dartsdag kreeg daarnaast een randje door het tv-moment rond Van Gerwen en zijn ex-vrouw Daphne, die op een wedstrijddag werd benaderd door Shownews. Van der Voort liet merken dat hij zich stoorde aan de timing en de manier waarop het naar buiten kwam. „Ja, klopt. Ik heb het net even met hem over gehad. Hij zegt, ze stonden bij Daphne voor de deur. En een keer postte ze vandaag. Dat was helemaal niet de afspraak. Ze is er een beetje ingeluist.”
Van der Voort was vooral duidelijk over hoe dit soort media op zulke momenten kunnen ‘duwen’. „Toen zei ik, daar ben ik echt niet blij mee. Hoe ze dat aangepakt hebben. Shownews.” En over de inhoud die uiteindelijk gebruikt werd: „Ze zegt ook als je het hele interview zal zien. Dan zal je zien dat het alleen maar positief is. Wat ze over hem zegt. Er komt niks spannend aan. Alleen zo werd het wel weer gebracht.”
Het was, in de woorden van de presentator, een onderwerp waar je geen “ruis” bij wilt tijdens een WK, zeker niet bij een speler die toch al zoekt naar wedstrijdgevoel.
De Decker blameert zich tegen Keniaan
Waar Van Gerwen nog mocht ontsnappen, kreeg België op dezelfde dag de harde realiteit in volle omvang terug. Mike De Decker vloog eruit tegen David Munyua, de Keniaanse debutant die in Ally Pally meteen een publiekslieveling werd. Van der Voort zag vooral een speler die worstelt met zichzelf. „Dat weet ik niet. Maar hij is natuurlijk niet in de grootste vorm. Dus ik denk dat hij ook wel met wat onzekerheid op het podium was. Maar ik denk niet dat hij hier rekening mee gehouden heeft.”
Hij erkende dat het publiek volledig achter Munyua ging staan en dat dat het niet makkelijker maakt, maar hij kwam snel terug bij de basis. „Alleen Mike de Dekker in normale vorm… die wint dat gewoon. Die is gewoon ook hopeloos uit vorm op het moment. Weer pijlen wisselen. Je ziet dat het ritme niet goed is bij hem op het moment.”
En dan is er nog het verhaal van die vijfde set, waarin De Decker even leek te kantelen met twee keer 180, maar alsnog de klappen kreeg op het moment dat het pijn doet. „Volgende leg mist hij één pijltje volgens mij op 2-0 te maken. Of zet hij hem weg. En dan gooit die gozer de 135 even op z'n orde. Ja, dan weet je ook wel… dat je in de hoek zit waar de klappen vallen.”
Het oordeel van Van der Voort bleef even simpel als vernietigend, zeker gezien het gemiddelde van de Keniaan. „Ondanks alles. Die man gooit uiteindelijk 80 gemiddeld, geloof ik, over de hele wedstrijd. Daar moet je gewoon van winnen.”
Wattimena ontsnapt, maar moet snel beter
Ook Jermaine Wattimena haalde de tweede ronde, maar overtuigend was het niet. Van der Voort zag „op een gegeven moment wat paniek”, en noemde het een wedstrijd waaruit Wattimena “een hoop lessen” kan trekken. Zijn nuance zat in het verschil met Van Gerwen: Wattimena kan dit afdoen als een incident, omdat zijn jaar wél stabiel was. „En bij Wattimena kun je echt zeggen. Dit was vandaag waarschijnlijk een incident. Want die heeft het hele jaar door wel goed gespeeld.”
Maar de volgende horde is direct een serieuze: Scott Williams. Van der Voort draaide er niet omheen. „Zal wel moeten. Want Scott Williams maakte een goede indruk de eerste ronde. Dus dat wordt een hele zware wedstrijd. Zelfs als Wattimena goed in vorm is. Dan is dat gewoon echt een moeilijke tegenstander.”