Na opnieuw een indrukwekkende prestatie op de
World Grand Prix in Leicester staat
Luke Humphries voor zijn derde opeenvolgende finale op dit prestigieuze toernooi. De nummer één van de wereld rekende in een meeslepende halve finale af met Danny Noppert en bewees wederom waarom hij nog steeds nummer één van de wereld is. Toch geeft Humphries eerlijk toe dat de wekenlange dartsdruk zijn tol beginnen te eisen. “Het voelt alsof ik al twee weken onafgebroken aan het darten ben,” l
achte hij tegenover Dartsnieuws.com en andere media, “maar vermoeidheid is geen excuus. Ik heb nog maar één dag nodig.”
In de halve finale tegen Noppert was het een wedstrijd van uitersten. Humphries gooide maar liefst 14 keer 180 en produceerde momenten van pure klasse, afgewisseld met korte fases van verval. “Het was echt een achtbaan,” gaf hij na afloop toe. “De start was perfect – alles voelde goed, bijna zoals vorig jaar tegen Ryan Joyce. Maar daarna viel ik even wat terug.”
Toch bleek juist die openingsfase cruciaal. “Danny begon ontzettend sterk. Als ik die vroege finishes niet had gepakt, had het zomaar anders kunnen lopen. Stel dat hij 2-0 voor was gekomen, dan had hij de wedstrijd waarschijnlijk met 5-3 gewonnen. Die sterke start heeft me uiteindelijk gered.”
Na een wat slappere periode in het midden van de wedstrijd herpakte Humphries zich toen het er echt om ging. Tussen de zevende en achtste set was zichtbaar hoe hij de intensiteit opvoerde. “Ik gooide wat water in mijn gezicht en zei tegen mezelf: ‘Kom op, Luke, nu of nooit.’ Soms word je te ontspannen, dan duw je de darts meer dan dat je ze gooit. Ik wist dat ik mijn energie moest terugvinden.”
Die mentale herstart werkte. Humphries stapte scherper naar het bord, vocht voor elk punt en trok de partij uiteindelijk overtuigend naar zich toe. “Ik wilde die set niet verliezen. Dus ik kwam met meer agressie terug, zette mijn hoofd recht en verhoogde mijn energie. En dat werkte.”
In het spoor van legendes
Met zijn derde opeenvolgende finale schaart Humphries zich in een illuster rijtje. Alleen Phil Taylor en Michael van Gerwen wisten dat eerder te presteren. Toch wil de Engelsman zich niet te snel rijk rekenen. “Drie finales is prachtig, maar als je er maar één wint, is het niet zo indrukwekkend als het lijkt,” zei hij nuchter. “Vorig jaar liet ik een kans liggen, ook al speelde Mike de Decker fantastisch. Dit keer wil ik het afmaken.”
Humphries beseft dat hij zich met dit toernooi opnieuw op de dartsgeschiedenis kan inschrijven. “Het blijft een zwaar evenement, het format is meedogenloos. Dat ik drie keer op rij de finale haal, betekent veel. Maar uiteindelijk draait het om winnen. Ik heb mijn laatste drie grote finales gewonnen – hopelijk blijft die reeks overeind.”
De Engelsman won dit jaar al de World Masters en de Premier League Darts. Dat geeft vertrouwen. “De laatste twee finales waarin ik speelde, gingen goed. Tegen Johnny Clayton op de Masters begon ik sterk, hij kwam terug, maar ik wist het toch te beslissen. En de Premier League Darts-finale was een van mijn beste wedstrijden ooit.”
Toch blijft Humphries realistisch. “Je kunt niet elf sets lang op topniveau spelen. Maar als ik het niveau van mijn eerste drie sets van vanavond vaker kan aantikken, zit ik goed. Het draait om consistentie, dat is wat kampioenen onderscheidt.”
Vertrouwen, geen hoop
Humphries benadrukt dat zijn sterke starts voortkomen uit overtuiging, niet uit toeval. “Je hoopt niet dat het goed gaat – je gelooft dat het goed gaat,” zei hij resoluut. “Als alles goed valt, voelt het alsof je niet kunt missen. Die eerste dart zet de toon. Vanavond voelde het alsof elke eerste pijl precies landde waar ik hem wilde. Dan weet ik: dit wordt gevaarlijk voor mijn tegenstander.”
Na een 4-1 voorsprong leek de wedstrijd even te kantelen, maar Humphries toonde opnieuw veerkracht. “Toen het 4-3 werd, moest ik reageren. Dat deed ik in de achtste set – dat is wat kampioenen doen.”
Humphries weet inmiddels wat het is om zowel de controle te hebben als achter de feiten aan te lopen in een grote finale. Twee jaar geleden versloeg hij Gerwyn Price in een dominante partij; vorig jaar verloor hij van Mike de Decker na een moeilijke start. “Dat waren twee totaal verschillende ervaringen,” blikte hij terug. “Tegen 'Gezzy' had ik de wedstrijd altijd in handen. Tegen Mike nooit echt, behalve even bij 1-0. Maar ik heb van beide geleerd: als je voorstaat, maak het af. Als je achterstaat, blijf vechten. Ik heb inmiddels genoeg ervaring om te weten dat ik onder druk mijn beste darts kan spelen.”
De mentaliteit van Humphries is de laatste jaren duidelijk veranderd. Waar hij ooit genoegen nam met een kwartfinaleplek, telt nu nog maar één ding: winnen. “Twee jaar geleden was ik blij als ik de kwartfinale haalde,” vertelt hij. “Nu is het winnen of niets. Natuurlijk is een finale halen nog steeds fantastisch, maar niets geeft meer voldoening dan daadwerkelijk winnen. Morgen is het simpel: alles of niets.”
Power scoring en precisie
Zijn vermogen om hoge scores te gooien is inmiddels een handelsmerk geworden. “De 180’s hielpen me vanavond enorm,” glimlachte hij. “Maar ik was nog meer tevreden over mijn afwerking. Als die eerste pijl goed valt, word ik gevaarlijk."
"Normaal ben ik meer een 140-man, maar vanavond viel de eerste perfect. Hopelijk lukt dat morgen weer, want dat ga ik nodig hebben.”
Vermoeid maar vastberaden
De laatste weken waren zwaar voor de wereldkampioen. Tussen Pro Tour-toernooien, demonstraties en reizen door had hij nauwelijks rust. “Ik speelde dinsdag tot donderdag de Pro Tour, daarna twee exhibities. Zaterdagavond thuis, zondag alweer weg. Mentaal is dat zwaar. Het voelt alsof ik al twee weken onafgebroken bezig ben – maar ik heb nog één dag nodig. Nog één dag vol focus.”
Extra motivatie haalt Humphries uit het feit dat zijn jonge zoon Rowan aanwezig zal zijn bij de finale. “Hij is er morgen bij – dat betekent alles voor me,” zei hij zichtbaar geëmotioneerd. “Familie komt altijd op de eerste plaats. Het zou een geweldig verlaat verjaardagscadeau voor hem zijn. Toen ik mijn eerste titel won, was hij pas één en begreep hij er niets van. Nu kijkt hij naar me op tv. Het zou bijzonder zijn om samen met hem de trofee te mogen vieren. Twee jaar geleden won ik mijn eerste major; misschien win ik morgen mijn negende. Soms worden sprookjes werkelijkheid.”