Nathan Aspinall moest dinsdag opnieuw naar het ziekenhuis voor een behandeling aan zijn pols, waar
The Asp al enkele maanden last van heeft.
De Engelsman vreesde negen maanden aan de kant te moeten staan, maar miste alleen de eerste twee weken weken van het nieuwe seizoen. Inmiddels zijn de klachten bijna verholpen.
''De laatste kleine behandeling aan de pols. Hopelijk was dit de laatste keer dat ik naar dit verdomde ziekenhuis hoef te komen'', schreef Aspinall op Instagram met een foto van zijn bezoek aan het ziekenhuis.
In een interview met Daily Star gaf de tweevoudig WK-halvefinalist uitleg over zijn blessure. "Het gebeurde begin oktober. Toen begon het en het werd geleidelijk erger. Op de wereldkampioenschappen was de pijn ondraaglijk. Ik won één partij, maar dat was zo'n beetje de druppel. Ik speel liever niet dan dat ik mezelf voor schut zet of niet goed presteer, dus er moest iets gebeuren.''
Dus besloot Aspinall een bezoek te brengen aan het ziekenhuis. ''Ik kreeg een MRI-scan en toen kwam de uitslag. Het was eigenlijk veel erger dan ik aanvankelijk dacht. In principe heb ik de pees in mijn pols van mijn werparm gescheurd. Ik heb ook een gat in een van mijn kraakbenen. En dat is allemaal in het polsgebied. We wisten niet hoe ernstig het was totdat ik de MRI-scan had. De beste manier om het aan te pakken is een operatie, maar de hele hersteltijd is ongeveer negen maanden."
En dat wil Aspinall graag voorkomen, want dat zou betekenen dat hij flink gaat afzakken op de wereldranglijst en dat daarmee zijn Tour Card in gevaar zou komen.
"Ze (de doctoren, red.) proberen het zo goed mogelijk onder controle te houden. Ik krijg cortisone-injecties, ontstekingsremmers, doe revalidatie-oefeningen en probeer het zoveel mogelijk hersteltijd te geven."