Joe Cullen heeft zichzelf opnieuw op de kaart gezet tijdens de
World Grand Prix 2025. De 36-jarige Engelsman rekende in de eerste ronde af met James Wade – een van de meest constante spelers van het seizoen. Hoewel Cullen zelf toegeeft dat hij niet zijn beste spel liet zien, was het vooral zijn vechtlust die hem de overwinning opleverde.
Na afloop sprak hij openhartig over zijn vorm, zijn zelfvertrouwen en de mentale strijd die hij dit seizoen voert.
Op de vraag wat het is aan het podium van de World Grand Prix dat hem vaak tot goede prestaties inspireert, moest Cullen lachen. “Eerlijk gezegd weet ik het niet. Ik was hier eerder deze week voor een exhibitie en toen speelde ik verschrikkelijk. Dus ik kan het echt niet verklaren,” zei hij met een knipoog.
Hij erkende dat het ‘double-in, double-out’-format niet per se in zijn voordeel werkt. “Iedereen zegt altijd dat dit format mij goed ligt, maar als speler voelt dat niet zo. Als je moeite hebt om te starten, is het echt een nachtmerrie. Toch is het cruciaal om goed te beginnen, want als je tegenstander direct weg is, zet dat je meteen onder druk. En dat gebeurde vandaag ook.”
Cullen gaf toe dat hij voorafgaand aan het duel niet lekker in zijn vel zat. “Ik voelde me totaal niet comfortabel. Mijn worp voelde vreemd aan. Ik wist niet of het tussen mijn oren zat of fysiek was, maar ik had het gevoel dat er iets niet klopte. Op dat moment kun je twee dingen doen: vechten of vluchten. Ik koos voor het eerste – en gelukkig pakte dat goed uit.”
“Consistentie blijft mijn grootste uitdaging”
De Engelsman heeft een wisselvallig jaar achter de rug. Hij twee Players Championships, maar kon die lijn op de grote toernooien niet doortrekken. “Ik heb moeite gehad om consistent te blijven,” geeft hij eerlijk toe. “Als je me aan het begin van het jaar had gezegd dat ik bij de laatste zestien van elk toernooi zou staan, had ik daarvoor getekend. Maar ik wil meer dan dat. Ik wil toernooien winnen.”
Cullen vertelt dat hij zich zelfs zorgen maakte over zijn kwalificatie voor de Grand Prix. “Ik stond op het punt om dit toernooi te missen, maar toen vond ik op het Players Championship in Hildesheim opeens iets terug. Ik weet nog steeds niet precies wat, maar het gaf me weer wat vertrouwen.”
Toch is hij kritisch op zichzelf. “Ik weet dat ik goed genoeg ben. De fans zien dat, de media zien dat, maar ik voel dat er nog iets ontbreekt. Er is ergens een schakel die ik nog niet heb gevonden.”
De nasleep van de Premier League-finale
Cullen blikte ook terug op het jaar '2022) dat hij op een haar na de Premier League Darts won. “Destijds leek het niet zo’n groot gemis, maar achteraf heeft het me enorm geraakt. Ik kreeg nooit echt erkenning van de PDC voor wat ik dat jaar had gepresteerd. Er zijn genoeg spelers die er hun rechterarm voor zouden geven om zo dicht bij de titel te komen. Dat heeft me mentaal meer gedaan dan ik toen besefte.”
Hij vervolgt: “Ik heb er te lang over nagedacht, het te veel laten hangen. Daardoor verloor ik misschien een deel van de drive die ik toen had. Nu probeer ik dat weer terug te vinden.”
“Twijfel hoort bij elke speler”
Cullen wordt vaak gezien als een zelfverzekerde speler, maar hij geeft toe dat ook hij regelmatig aan zichzelf twijfelt. “Iedere darter kent dat gevoel,” zegt hij. “Voor de wedstrijd voelde ik me slecht. Mijn worp voelde niet goed en ik dacht: als je je zo voelt, ga je verliezen. Maar toen besefte ik: oké, wat is het ergste dat kan gebeuren? Je verliest en gaat morgen naar huis. Dat hielp me om het los te laten.”
Die mentale omschakeling bleek doorslaggevend. “Mijn startdubbel liep goed en dat zette James meteen onder druk. Hij is een van de beste finishers ooit – in elk tijdperk zou hij in mijn top drie staan – dus als je hem zo kunt ontregelen, doe je iets goed.”
Over het vervolg van het toernooi blijft Cullen voorzichtig optimistisch. “Ik weet niet of het me echt rust zal geven, maar ik hoop dat ik het gevoel van vanavond kan vasthouden. Ik baseer veel op gevoel. Als mijn worp goed voelt, speel ik goed. Als het niet zo is, ga ik te veel nadenken, en dat is dodelijk.”
Hij sluit af met een knipoog en een wijze les die hij ooit kreeg van voormalig prof Richie Burnett. “Richie zei ooit: ‘Als je darts te ingewikkeld maakt, ben je de klos.’ En weet je wat? Die gek had gelijk. Er is niets dat je tegenhoudt om elke leg een negendarter te gooien – behalve je eigen hoofd.”