Michael van Gerwen stoort zich aan spelers die walk-on misbruiken: ''Sommige mensen zijn iets te veel in zichzelf gaan geloven''

Michael van Gerwen heeft zich kritisch uitgelaten over de steeds uitbundigere walk-ons in het darts. De nummer drie van de wereld stoort zich aan spelers die volgens hem muziek en publieksinteractie gebruiken om tekortkomingen aan het bord te maskeren. In aanloop naar zijn volgende optreden op het WK Darts liet Van Gerwen er geen misverstand over bestaan waar voor hem de grens ligt. “Sommige darters denken tegenwoordig dat hun opkomstmuziek hen een betere speler maakt,” stelde hij scherp.

Van Gerwen, die al jaren bekendstaat om zijn sobere en zakelijke benadering van het spel, heeft weinig geduld met wat hij ziet als uiterlijk vertoon. Resultaten en prestaties op het podium zouden volgens hem leidend moeten zijn.

“Sommige mensen zijn iets te veel in zichzelf gaan geloven,” zei hij. “Ze melken het publiek uit, omdat hun niveau net wat minder is. Dan moeten ze de zaal maar aan hun kant proberen te krijgen.”

De uitspraken van ‘Mighty Mike’ volgden op vragen over de meest ongelukkige walk-ons in het darts. Daarbij werd ook de voormalige dansroutine van Dimitri Van den Bergh genoemd, die bij zijn opkomst jarenlang danste op Happy van Pharrell Williams.

Van Gerwen spaarde zijn collega niet. “Dat was verschrikkelijk. De slechtste ooit,” oordeelde hij. Om er direct een persoonlijke vergelijking aan toe te voegen: “Daarom zit hij nu thuis en sta ik hier.”

De Nederlander liet zich in hetzelfde gesprek ook uit over zijn eigen positie binnen de sport en de eeuwige discussies over wie zich de grootste darter aller tijden mag noemen. Van Gerwen ziet weinig nut in vergelijkingen tussen verschillende generaties. “Dat is moeilijk,” zei hij. “Wie is de beste voetballer? Maradona? Messi? Pelé? Johan Cruijff? Het zijn allemaal verschillende tijdperken.”

Volgens Van Gerwen gaat die redenering ook op voor het darts. “Je kunt die periodes niet met elkaar vergelijken. Net als in het voetbal. Daarom ga ik die vraag niet beantwoorden,” aldus de Brabander. Om er vervolgens aan toe te voegen: “Ik zeg niet dat ik de grootste ben, maar ik weet wel dat ik de beste ben.”

Op de vraag of hij zichzelf dan in elk geval als de beste speler van de afgelopen twintig jaar beschouwt, hoefde Van Gerwen niet lang na te denken. “Honderd procent,” antwoordde hij resoluut.