Vorige week vond de mediadag plaats voorafgaand aan de
Premier League Darts. Daar kreeg PDC-CEO
Matt Porter enkele netelige vragen voorgeschoteld.
Bij de bekendmaking van het deelnemersveld voor de Premier League Darts 2025 werden vooral in België de nodige wenkbrauwen gefronst toen
Dimitri Van den Bergh en
Mike De Decker, nochtans winnaars van respectievelijk het
UK Open en de
World Grand Prix, niet tot de selectie behoorden. “Dimitri is een pechvogel. En uiteindelijk heeft de Order of Merit niet in zijn voordeel gespeeld, hij stond pas 18de. Als iemand in de Premier League wil spelen die zo laag staat op de ranking, dan moet die iets exceptioneels gedaan hebben", zegt Porter tegenover
HLN.
“Dimitri heeft geweldige dingen laten zien in het begin van het jaar, maar zakte nadien wat weg. Ik heb een positief gesprek met hem gehad na zijn niet-selectie. Dimitri’s attitude is altijd spot on. Hij is een echte professional, en hij wil snel weer deel uitmaken van deze groep. Ik twijfel er niet aan dat dat zal lukken. En Mike? Kijk. Hij heeft één event gewonnen - zo zijn er meerderen geweest de afgelopen jaren. Maar je moet meer doen dan dat. Je moet bewijzen dat je jouw plek bij de absolute elite verdient, door langer tussen de toppers te staan. Iemand te vroeg bij de Premier League halen, kan nefast zijn voor een carrière. Dat hebben we in het verleden gezien.”
Dimitri Van den Bergh werd dit jaar niet uitgenodigd voor de Premier League Darts
“De Premier League kan een erg lastige plek zijn als het even slecht gaat", vervolgt Porter. "Zeventien weken lang, een massa volk... We geven om onze spelers, dus het is onze plicht om te zien dat ze daar klaar voor zijn. Luke Humphries is een prima voorbeeld. Hij stond vijfde van de wereld, en toch selecteerden we hem twee jaar geleden niet. Kijk nu. Mike zal bewijzen dat hij op een dag klaar is voor de Premier League. Maar dit kwam te vroeg.”
Internationaal
Het deelnemersveld van de Premier League Darts bestaat dit jaar uit zeven Britten en één Nederlander. Niet meteen een internationaal deelnemersveld. “Absoluut", beaamt Porter. "We willen het darts promoten, op Europees en mondiaal niveau. Die balans moet beter. En dat beseften we. En het speelt natuurlijk zijn rol. Maar het mocht niet de doorslag geven in onze selectie.”
“Weet je? Je gaat nooit acht of zelfs tien spelers vinden waarover iederéén het eens is. Het ene jaar gaat dat makkelijker dan het andere, maar deze keer was het extreem moeilijk. Enkele toppers lieten het hier en daar afweten. Iedereen pleasen? Impossible!”
Rivaliteit
Door de drukke dartskalender en het feit dat de topspelers steeds meer tegen elkaar spelen, lijkt het wel alsof de onderlinge rivaliteit wat verdwenen is. "Klopt", zegt Porter. “Destijds was er Taylor-Van Barneveld. Dé match. Ze speelden toen twee of drie keer per jaar tegen mekaar. Maar toen waren er veel minder toernooien dan nu. Andere tijden. In de Premier League en op vloertoernooien kunnen de toppers mekaar makkelijk zeven keer treffen, bijvoorbeeld.”
“Kijk naar Nathan Aspinall en Danny Noppert, die hebben mekaar zowat wekelijks bekampt door hun ranking. (lacht) Dat is een logisch gevolg van hoe de sport is geëvolueerd. Als fan wil je de toppers tegen mekaar zien spelen. Dus het is onze taak om zowel rekening te houden met mensen die éénmalig gaan kijken, als zij die religieus elk toernooi volgen.”
Bescherming
Het gevoel leeft dat de top zestien harder wordt beschermd dan vroeger. “Maar ook meer beloond", aldus Porter. "Als je in die top zestien staat, verdien je daarvoor een zekere beloning. Het motiveert spelers net buiten die top zestien om nog harder te werken. En opnieuw: fans die naar een toernooi gaan, gaan met hoge verwachtingen en willen de beste spelers aan het werk zien.”