Van 6 tot en met 12 oktober staat de 23ste editie van de
World Grand Prix op het programma. Dit toernooi zorgde in de loop der jaren al voor wat memorabele momenten.
Zo slaagden pas drie spelers erin om een
negendarter te gooien op de World Grand Prix, waarop legs ook met een dubbel begonnen moeten worden. Twee van deze perfecte legs werden zelfs in één wedstrijd gegooid. Verder wonnen twee spelers hun allereerste PDC-major op dit evenement. Bekijk onze top vijf meest memorabele momenten hieronder.
1. Alan Warriner gooit hoogste gemiddelde ooit op World Grand Prix
In de eerste ronde van de World Grand Prix in 2001 gooide Alan Warriner het hoogst genoteerde gemiddelde in de geschiedenis van de World Grand Prix. Zijn wedstrijd eindigt in een 2-0 overwinning op Andy Jenkins.
Warriner gooide een gemiddelde van 106.45, een indrukwekkend moyenne in een toernooi waarmee met een dubbel gestart moet worden. The Iceman kende een stroeve start in de wedstrijd en verloor de eerste leg, maar wist in iedere leg die daar opvolgde de leg meteen te openen met een dubbel. Alleen in de laatste leg van de wedstrijd had Warriner twee darts nodig om de leg te openen.
Ondanks dat het gemiddelde niveau van de dartssport in de laatste jaren flink gestegen is het record van Alan Warriner in 18 jaar nog altijd niet verbroken. Wellicht doet iemand in de editie van dit jaar een poging om dit record te kunnen verbreken.
2. Dolan gooit de eerste dubbel-in-dubbel-uit negendarter op TV
Nadat
Brendan Dolan na een knappe reeks al stuntte met zijn eerste televisiefinale, deed de Noord-Ier in die finale iets wat nog nooit eerder was vertoond op televisie. Dolan werd de eerste speler die een negendarter gooide in het dubbel-in-dubbel-uit systeem.
Dolan begon zijn leg met tops, om vervolgens met twee keer triple 20 een score van 160 te noteren. Gevolgd door een maximale score liet de Noord-Ier 161 over. Nadat hij deze finish (T20-T17-Bull) wist te gooien kreeg Dolan de bijnaam History Maker, voor zijn memorabele prestatie. Tot op de dag van vandaag draagt The History Maker nog altijd de datum van de finale, 8 oktober 2011, op zijn kraag.
3. Van Gerwen beleeft grote doorbraak en pakt eerste grote PDC titel met World Grand Prix 2012
Michael van Gerwen beleefde zijn grote doorbraak met de World Grand Prix in 2012. Van Gerwen schakelde in de eerste ronde Colin Lloyd uit, om via Adrian Lewis, Andy Hamilton en Wes Newton in de finale terecht te komen.
In die finale mocht Mighty Mike aantreden tegen Mervyn King. Laatstgenoemde nam een 3-0 voorsprong in die wedstrijd en kwam later ook met 4-1 voor in een first to 6 wedstrijd. Van Gerwen vocht zich knap terug en bracht de wedstrijd na drie sets op rij te winnen weer in evenwicht.
In de negende set kwam King met 2-0 voor, maar liet deze set volledig glippen waardoor Van Gerwen met 5-4 in sets op voorsprong kwam. In de set die Van Gerwen de titel bracht verloor King de grip volledig. De set ging met 3-0 naar Van Gerwen, die hiermee zijn eerste PDC-major wist te winnen.
4. Wade en Thornton gooien beide een negendarter in dezelfde wedstrijd.
Een ander memorabel moment op de World Grand Prix is de wedstrijd tussen
James Wade en
Robert Thornton in de tweede ronde van de editie in 2014. In de eerste leg van de tweede set gooit James Wade een negendarter. Het is hiermee de tweede negendarter ooit op de World Grand Prix.
Twee sets later flikt Robert Thornton hetzelfde. De Schot gooit via dezelfde route als Wade (160, 180 en een 161-finish) ook een perfecte leg, waarmee er in dezelfde wedstrijd twee negendarters gegooid werden. Voor Thornton was het moment extra speciaal. The Thorn was namelijk diezelfde dag vanuit Schotland naar Dublin gevlogen, om eerst nog de begrafenis van zijn moeder bij te wonen.
5. Gurney pakt eerste majortitel in Dublin
In een bewogen finale weet Gurney af te rekenen met Simon Whitock. Na een spannende wedstrijd werd het 5-4 in het voordeel van de Noord-Ier, die voor eventjes populair werd in de hoofdstad van Ierland.
Berucht fragment uit de finale is de reactie van Gurney na het terugkomen van een 2-0 achterstand tot 2-2. Superchin liep vlak langs Whitlock, waardoor hij een stap naar rechts moest doen. Aan het eind van de wedstrijd leek geen sprake meer van ruzie of rivaliteit: Whitlock nam zijn verlies na een bijzonder gevecht in een bewogen finale.