Luke Humphries heeft zichzelf opnieuw bewezen als een van de meest veerkrachtige darters ter wereld. De huidige nummer één van de wereld leverde een magistrale prestatie tijdens zijn 10-3 overwinning tegen de Nederlander
Jurjen van der Velde in de achtste finales van de
Grand Slam of Darts. Ondanks een serieuze rugblessure die hem bijna dwong zich terug te trekken uit het toernooi. Wat volgde, was een optreden dat door velen wordt bestempeld als misschien wel één van de beste uit zijn carrière.
“Ik stond op het punt me af te melden”
Na afloop van zijn overtuigende overwinning tegen Van der Velde, verscheen Humphries zichtbaar opgelucht voor de camera’s. “Eerlijk gezegd is dit waarschijnlijk een van de beste prestaties uit mijn leven,”
begon de Engelsman. “Onder de omstandigheden voelt het een beetje onwerkelijk. Vanmorgen dacht ik serieus dat ik moest opgeven. Ik kon mijn hoofd niet eens van het kussen krijgen.”
De pijn bleek afkomstig van een plotselinge rugspasme, iets waar Humphries naar eigen zeggen eerder mee te maken had gehad tijdens een Euro Tour-evenement in Boedapest. “Het begon vanochtend verschrikkelijk. Ik kon amper lopen of rechtop staan. Het is gek hoe twaalf uur tijd alles kan veranderen,” aldus de wereldkampioen.
De reddende engel: fysiotherapeute Mandy
Dat Humphries überhaupt het podium op kon, is volgens hem te danken aan zijn fysiotherapeute Mandy. “Zonder haar had ik vandaag niet gespeeld,” benadrukte hij. “Ze heeft me drie uur lang behandeld, gemasseerd en echt alles gedaan wat fysiek mogelijk was. Zelfs hier op locatie hebben we nog een paar sessies gedaan om de rug los te krijgen.”
Met behulp van pijnstillers, warmtepleisters en urenlange behandeling wist Humphries zich net voldoende klaar te stomen om het bord te trotseren. “Toen ik op mijn oefenbord stond, gooide ik alleen maar vijven en enen. Ik dacht: dit wordt niks. Maar uiteindelijk moest ik het gewoon proberen — en het is ongelooflijk hoe het dan ineens lukt.”
Adrenaline als medicijn
Tijdens de partij leek van die fysieke ongemakken weinig te merken. Humphries gooide een gemiddelde van ruim 108, bleef koel op de dubbels en maakte indruk met zijn constante scores. Volgens hem was dat grotendeels te danken aan pure adrenaline.
“Dat heeft me er echt doorheen gesleept,” vertelde hij. “In de oefenruimte ging het nog waardeloos, ik raakte nauwelijks de triple 20. Maar zodra ik op het podium stond, voelde het alsof alles klikte. Dat gevoel had ik ook in Boedapest. Adrenaline neemt het over, en dan speel je gewoon op instinct.”
De Engelsman nam van de gelegenheid gebruik om een punt te maken richting de PDC en de PDPA (spelersvakbond). “Misschien moeten we als spelers kijken of er structureel fysiobegeleiding kan komen bij toernooien. Mandy was vandaag mijn redding, en zonder haar had ik niet eens kunnen spelen. Zo iemand fulltime bij de tour zou een wereld van verschil maken.”
Luke Humphries neemt het in de kwartfinales op tegen Michael Smith
Een gevecht tegen de klok – en tegen het lichaam
Hoewel hij tijdens het interview weer rechtop kon staan, gaf Humphries toe dat de pijn verre van verdwenen was. “Zolang ik stilsta, gaat het wel. Maar als ik draai of omhoog kijk, voel ik het trekken. Ik weet niet precies wat het is – volgens John McDonald (ceremoniemeester) is het een rugspasme, en hij weet er waarschijnlijk meer van dan ik. Wat ik wel weet, is dat ik vannacht niet lekker ga slapen. Morgen word ik wakker met pijn, maar het is het waard.”
De komende dagen staan volledig in het teken van herstel. “Mandy komt morgen bij me thuis om er weer aan te werken, en vrijdag opnieuw. Ik wil niet denken: ‘Het ging goed, dus ik laat het erbij.’ Dit is een serieus probleem, en ik wil zorgen dat ik vrijdag weer in een fatsoenlijke staat op het podium kan staan.”
“Zelfs met pijn wil ik laten zien dat ik nummer één ben”
De mentale strijd was volgens Humphries minstens zo zwaar als de fysieke. “Toen ik vanochtend dacht dat ik niet kon spelen, besefte ik: als ik me afmeld, geef ik mijn nummer-één-positie zomaar weg. Dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen. Zelfs als ik maar een gemiddelde van 80 had gegooid, had ik nog steeds laten zien dat ik vecht voor mijn plek. Dat was de motivatie die ik nodig had.”
Die instelling wierp zijn vruchten af. Niet alleen won Humphries overtuigend, hij deed dat ook met flair. “Het was mentaal uitputtend, maar op het podium voelde ik me bevrijd. Ik had niet verwacht dat het zo goed zou gaan, zeker niet na zo’n ochtend.”
Respect voor de tegenstander
Ondanks zijn eigen fysieke ongemak toonde Humphries veel respect voor zijn opponent. “Jurjen speelde echt goed. In de eerste vijf legs zat hij er bovenop, en eerlijk gezegd had het ook 5-0 voor hem kunnen staan als ik iets minder scherp was geweest. Hij verdiende beter, maar ik zat gewoon in zo’n flow dat ik niks miste.”
In de kwartfinale neemt Humphries het op tegen Michael Smith, een heruitgave van hun groepswedstrijd die Humphries met 5-3 won. Wat betreft zijn voorbereiding, kiest Humphries voor een minimalistische aanpak. “Ik ga voorlopig niet oefenen. Geen reden om mijn rug onnodig te belasten. Ik focus me volledig op de behandelingen en rust. Mijn spel zit goed, dat hoef ik niet meer te forceren.”
Aan het eind van het interview kreeg Humphries nog een vraag over collega Ricky Evans, die eveneens met een blessure kampt. Zijn advies was duidelijk: “Laat het checken. Als je een blessure hebt en je doet er niks aan, maak je het alleen maar erger. Al kost het je wat geld, het is het waard. Gezondheid gaat voor, zeker als het je prestaties beïnvloedt.”
Tot slot sprak Humphries lovende woorden over het publiek in Wolverhampton, waar het toernooi plaatsvindt. “De sfeer is fantastisch, elke avond is de zaal tot de nok toe gevuld. Het publiek is enthousiast, maar ook respectvol. Dat waardeer ik enorm. Ik heb hier de afgelopen jaren mooie herinneringen opgebouwd, en het voelt geweldig om weer zo warm onthaald te worden.”