Sinds 2002 was
Vincent van der Voort steeds aanwezig op een WK (BDO of PDC). Daar dreigt dit jaar echter een einde aan te komen.
Van der Voort staat momenteel 37e op de wereldranglijst en wist zich nog niet te plaatsen voor het komende PDC-WK. De 47-jarige Nederlander krijgt vandaag een laatste kans op het kwalificatietoernooi voor Tour Card-houders. "Eerlijk gezegd had ik nooit verwacht dat ik in deze situatie zou komen", zegt Van der Voort tegenover AD.nl.
"Sport stopt voor niemand, zo hard is het en zo hoort het ook. Als je kijkt naar mijn jaar, heb ik niet veel op het WK te zoeken", zegt hij. "Dat zou zeer doen. Simpel. Als je er niet bij bent, tel je even helemaal niet mee. Ik heb eerder dalletjes gehad, maar dan was het altijd nog goed genoeg. Dit jaar was de ondergrens van de ondergrens. Vijftien jaar geleden was dit het ergste wat me kon overkomen. Maar ja, je wordt ouder en wijzer en nu besef je dat er veel ergere dingen in het leven zijn."
Van der Voort werd het voorbije jaar ook niet gespaard op privévlak, met diverse zieken in de familie. "Zij hebben ook een privéleven. Het enige wat ik wil zeggen, is dat ik te maken had met ernstig zieken in de familie. En mijn moeder is alleen, dus voor haar moest ik er ook zijn. Aan het begin denk je alles te kunnen handelen, maar ik ben mezelf voorbijgelopen.’’
Psychische hulp
'The Dutch Destroyer' ging dan ook op zoek naar psychische hulp. "Dit was de eerste keer dat ik dingen niet kon oplossen. Ik had het zelf niet in de hand en dan merk je dat je er met je eigen gedachten ook niet meer uitkomt. Ik liep helemaal vast en lag alleen maar wakker. Nadenken over de toekomst. Wat moet daar en daar van terechtkomen? Je jaagt jezelf op: ik moet dit, ik moet dat, ik moet hierheen, ik moet daarheen, ik moet die en die helpen. Dat was heel zwaar. Ik was hele dagen moe.’’
"Aan het begin wilde ik het niet horen als mensen zeiden: denk aan jezelf", vervolgt hij. "Dat kon even niet. Als je er middenin zit, ga je het als iets normaals zien. Totdat iemand je eruit haalt. Dan word je geconfronteerd met je eigen tekortkomingen. Soms moet je zeggen: nu even niet. In plaats van de hele dag er zijn voor iedereen. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan als het om familie gaat. Nu weet ik: het hoeft niet allemaal op mij aan te komen. Eerst ook niet, maar dat dacht ik.’’
"In mei was de situatie op z’n heftigst en merkte ik dat ik met mezelf en mijn negatieve gedachtes in de knoop zat. Ik ging naar toernooien, maar wilde daar niet zijn. Je blijft doorgooien, je verliest, je zelfvertrouwen gaat omlaag en je hebt ook geen tijd om te trainen. Maar ik ben niet de beste van de wereld, dus ik moet wel hard blijven werken. Lukt dat niet? Dan blijf je in die neerwaartse spiraal.’’
Ondanks de moeilijke periode kon Van der Voort steeds rekenen op de steun van zijn sponsors. "Ze zeiden: laat niet alles afhangen van één jaar. Stoppen zou het makkelijkste zijn, dan is er geen druk meer. Maar dat voelde niet goed. Ze vonden dat ik naar een excuus zocht om te stoppen. Dan wil ik toch weer het tegendeel bewijzen en op een waardige manier afscheid nemen. Volgend jaar wil ik het nog écht proberen. Is het er dan ook niet meer? Dan houdt het op.’’
Steun van Michael van Gerwen
Van der Voort is al jarenlang goed bevriend met Michael van Gerwen. "Hij wil niet horen dat ik aan stoppen denk. Hij was de enige (uit het dartscircuit, red.) met wie ik dit besprak. De rest interesseert het geen reet. Je bent concurrenten van elkaar en het is voor anderen gunstig als ik het niet goed doe. Michael is mijn vriend. En mijn tegenpool. Michael is er voor Michael. Alles moet wijken voor het pad dat hij bewandelt. Dat bewonder ik aan hem. Soms zou ik willen dat ik ook zo was. Als goede vriend heb ik veel steun aan hem. Meer verwacht ik ook niet. Dit is iets medisch. Hij kan een hoop, maar dit oplossen niet.’’
En de hoop op alsnog een WK-deelname dit jaar heeft Van der Voort toch nog niet helemaal opgegeven. "Eén voordeel: ik speel maandag tegen spelers die dit jaar net zo slecht waren als ik. De vier minst slechte spelers mogen naar het WK. Hopelijk ben ik er één van.’’