Dat
Noa-Lynn van Leuven dit jaar opnieuw op het
WK Darts staat, mag met recht een klein wonder worden genoemd. Niet vanwege haar talent – dat staat al langer buiten kijf – maar vanwege de zware mentale strijd die ze de afgelopen maanden moest leveren. Wekenlang lag ze vrijwel uitsluitend in bed, zoekend naar redenen om op te staan. Dat ze nu, aan de vooravond van haar tweede WK-deelname, weer aan de oche verschijnt, is het resultaat van intensieve hulp, veerkracht en een langzaam terugkerend geloof in zichzelf.
Van Leuven (29) kijkt niet per se uit naar het moment dat dit artikel verschijnt. Ze kan de reacties eronder namelijk al uittekenen. “Ah, dat is die man,” of een van de vele andere beledigingen die ze inmiddels maar al te goed kent/ Anderen helpen vind ik belangrijker dan aan mezelf denken,” zegt ze tegenover AD.nl. “Als er ook maar één iemand is die denkt: ik ben niet gek, ik mag mezelf zijn, dan is het alle ellende waard.”
Stormachtige maanden
Buiten wisselen stevige regenbuien en felle zonnestralen elkaar af. Het herfstweer lijkt symbolisch voor de periode die Van Leuven achter de rug heeft. Vorig jaar schreef ze geschiedenis door als eerste Nederlandse vrouw op het
WK darts te staan. Een mijlpaal, niet alleen sportief, maar ook persoonlijk. Toch lukte het haar niet om dat positieve gevoel vast te houden.
Sterker nog: na het WK legde ze haar pijlen neer, meldde zich ziek bij haar werk als souschef en belandde in een diepe mentale dip. “Ik kwam eigenlijk alleen nog uit bed als ik honger had,” vertelt ze openhartig. “Dan pakte ik een zak chips, ging weer liggen en lag de hele dag te Netflixen.”
Van Leuven wist al langer dat ze niet goed in haar vel zat. “Maar zolang je maar doorgaat en niet te veel nadenkt, houd je het vol. Vorig jaar had ik zó veel dartstoernooien dat ik geen tijd had om stil te staan bij hoe het echt met me ging. Eerst nog even dit toernooi, eerst nog even dat WK. Maar als dat allemaal voorbij is, dan komt de klap.”
En die klap kwam hard. “Het voelde alsof ik tegen een enorme betonnen muur aanliep.”
Haat, uitsluiting en oude trauma’s
Een belangrijke factor in die mentale instorting was de storm aan reacties rondom haar persoon en haar deelname aan het vrouwendarts. Met name de periode waarin Anca Zijlstra en Aileen de Graaf uit het Nederlands team stapten omdat zij niet met ‘een biologische man’ wilden spelen, noemt Van Leuven “ontzettend pijnlijk”.
Ook het besluit van dartsbond WDF om trans vrouwen te weren uit de vrouwencompetities liet diepe sporen na. “Zo heftig als toen heb ik de reacties niet meer meegemaakt,” zegt ze. “Alles wat ik vroeger heb meegemaakt, kwam ineens weer omhoog.”
Van Leuven groeide op in Heemskerk en werd in haar jeugd gepest en buitengesloten. “Toen kun je nog zeggen: het waren kinderen. Nu zijn het volwassenen die precies weten wat ze doen.” De constante stroom aan haatreacties zorgde ervoor dat ze niet meer over straat durfde. Ze kreeg paniek- en angstaanvallen. “Op een gegeven moment was ik ervan overtuigd dat alle mensen eng en kut waren.”
Het gevolg: totale uitputting, zowel mentaal als fysiek. Darten, haar grote liefde, verdween naar de achtergrond. “Ik had gewoon niets meer om op terug te vallen.”
Noa-Lynn van Leuven neemt het in de openingsronde van het WK Darts 2026 op tegen Peter Wright
Intensieve hulp aan huis
Dat Van Leuven er dit jaar tóch weer staat, heeft ze mede te danken aan intensieve professionele hulp. Veertien weken lang kreeg ze ondersteuning van een IBT-team (Intensieve Behandeling Thuis). “Die stonden letterlijk drie keer per week voor mijn deur,” vertelt ze.
“Ze hielpen me met kleine dingen: wat kan ik vandaag doen? Zullen we een rondje lopen? Soms namen ze me gewoon mee naar buiten. Dan moest ik wel uit bed komen.” Het klinkt eenvoudig, maar voor iemand die diep in een depressie zit, is het dat allerminst.
Langzaam maar zeker kwam er weer structuur in haar dagen. Ze begon kleine doelen te stellen, leerde haar trauma’s beter begrijpen en kreeg handvatten om met angst en stress om te gaan. “Het ging niet in één rechte lijn omhoog,” benadrukt ze. “Maar er kwamen steeds vaker momenten waarop het iets beter voelde.”
Pride als kantelpunt
Een belangrijk omslagpunt kwam op zaterdag 2 augustus, tijdens Pride Amsterdam. Van Leuven werd uitgenodigd op de boot van de podcast Lesbische Liga en besloot, ondanks haar onzekerheid, te gaan.
“Dat was zó gezellig,” zegt ze met een glimlach. “Voor het eerst in lange tijd voelde ik erkenning. Dat ik er mag zijn zoals ik ben. Dat ik gek mag doen, met een vlag mag wapperen en gewoon mag feesten.”
Sinds die dag veranderde haar blik op de wereld langzaam. “Ik dacht ineens: misschien is toch niet iedereen kut.” Het klinkt simpel, maar voor Van Leuven was het een enorme stap. Ze bouwde weer een sociaal netwerk op, kreeg meer vrienden en vriendinnen om zich heen en voelde zich gesteund.
Terug naar de keuken én naar de oche
Ook professioneel pakte ze haar leven weer op. Van Leuven keerde terug naar haar werk als souschef, een vak waar ze zichtbaar passie voor heeft. “Patisserie vind ik echt megaleuk,” vertelt ze enthousiast. “Een panna cotta maken, desserts creëren, dat vind ik supertof.”
Die hernieuwde energie nam ze ook mee naar het darts. Ze begon weer te trainen, eerst voorzichtig, later fanatieker. De liefde voor het spel bleek nooit verdwenen. “Darts blijft mijn ding. Dat gevoel als alles klopt, dat raak je niet kwijt.”
En zo kwalificeerde ze zich opnieuw voor het WK Darts. Ditmaal wacht haar in de eerste ronde direct een loodzware tegenstander: tweevoudig wereldkampioen Peter Wright.
“Ik sta hier omdat ik kan darten”
Van Leuven is realistisch, maar ook strijdvaardig. “Ik ben nog niet per se gelukkig, maar wel gelukkiger dan eerst,” zegt ze. “En ik merk dat veel mensen het stoer vinden dat ik niets uit de weg ga.”
Ze waardeert het ook dat grote namen in de dartswereld het publiekelijk voor haar hebben opgenomen. Spelers als Michael van Gerwen en Luke Humphries spraken zich eerder uit tegen haat en voor inclusiviteit. “Dat doet me echt goed,” erkent ze.
Tegelijkertijd wil Van Leuven benadrukken dat ze niet alleen op het WK staat vanwege wie ze is, maar vooral vanwege wat ze kan. “Ik sta hier met een reden: omdat ik kan darten. Dat ik een van de vijftien Nederlanders ben op dit WK vind ik bizar, maar ik ben er ook om te winnen.”
Meer dan één label
Tot slot heeft ze nog een boodschap voor media en dartsfans. Te vaak ziet ze koppen waarin haar naam ontbreekt en alleen woorden als ‘trans vrouw’ of ‘trans dartster’ worden gebruikt. “Dan denk ik: nou, top. Dat is dus blijkbaar wie ik ben. Mijn hele identiteit gevangen in één woord.”
Ze wil het onderwerp niet vermijden – integendeel. “Het erover hebben is prima. Maar ik ben een mens met gevoelens, geen object. Ik ben gewoon Noa. En ik ben iemand die goed kan darten.”