Michael van Gerwen is het meest accuraat op dubbel één

PDC
woensdag, 07 mei 2025 om 21:08
michael van gerwen 2
Afgelopen weekend vond in Oostenrijk een leg plaats die zijn weg naar de geschiedenisboeken vond, zij het om de verkeerde redenen. Joe Cullen en Thibault Tricole hadden maar liefst 79 darts en 27 beurten nodig om een leg uit te gooien, waarmee zij de langste leg ooit op de European Tour speelden.
Het grootste deel van de leg werd doorgebracht in het zogenoemde 'madhouse', met beide spelers die wanhopig probeerden te finishen op dubbel één. Naarmate de leg vorderde, groeide de verbazing bij zowel het publiek als de spelers zelf.
Hoewel dit soort situaties hoogst ongebruikelijk is voor spelers van PDC Pro Tour-niveau, onderstreept dit legendarische debacle hoe genadeloos lastig dubbel één kan zijn — zelfs voor gevestigde namen als Cullen en Tricole.
Een van de indicatoren voor het niveau van afwerken in professioneel darts is het zeldzame gebruik van dubbel één. In theorie zou een speler er immers alles aan doen om nooit op een score van twee te eindigen. En dat blijkt ook uit de cijfers: uit een steekproef van ruim 350.000 geregistreerde dubbelpogingen in PDC-wedstrijden sinds 2017, werd er slechts 4.094 keer op dubbel één gegooid – goed voor amper iets meer dan 1%.
Opvallend: 0,6% van álle dubbel-één-pogingen in die periode vonden plaats in die ene leg tussen Cullen en Tricole.
Van die 4.094 pogingen vonden er slechts 1.463 hun doel, goed voor een magere nauwkeurigheid van 35,7%. Enkel de bullseye en een handvol obscure dubbels (zoals dubbel drie, vijf en negentien) worden nog minder vaak geraakt.
Berucht
Dubbel één is berucht vanwege het grote risico bij een misser aan de binnenkant: wie mist, eindigt op één en moet opnieuw beginnen. Daardoor mikken spelers vaak bewust op de buitenkant van de dubbel, in de hoop te blijven staan — een strategie die ironisch genoeg het uitgooien nog moeilijker maakt.
Vaardigheid op dubbel één is dan ook van twijfelachtige waarde in het professionele circuit. Een speler belandt er immers pas als er elders in de leg fouten zijn gemaakt. Statistische betrouwbaarheid op deze dubbel vereist dus ironisch genoeg een hoop missers vooraf.
Joe Cullen, bijvoorbeeld, gooide vóór zijn beruchte optreden in Oostenrijk slechts één keer op dubbel één per 90 dubbelpogingen — iets minder dan het PDC-gemiddelde. Damon Heta doet het nog extremer: hij heeft slechts 33 pogingen op dubbel één verzameld in zes jaar, wat neerkomt op één op elke 175 pogingen. Zijn strategie? Dubbel één gewoon vermijden.
Van Gerwen
Toch zijn er uitzonderingen. Michael van Gerwen komt relatief vaak in het 'madhouse' terecht, maar heeft met 45,5% wel het hoogste slagingspercentage op dubbel één van alle PDC-spelers. Hij faalt bovendien minder dan één op de vijf pogingen. Gary Anderson volgt op gepaste afstand met 44,2%.
Maar opmerkelijk genoeg blijkt dat prestaties op dubbel één nauwelijks iets zeggen over andere moeilijke dubbels, zoals dubbel vijf. De algehele dubbelnauwkeurigheid van een speler — opgebouwd uit populaire dubbels als 20 en 16 — voorspelt veel beter hoe een speler zal presteren op zeldzamere dubbels.
Het is dan ook lastig voor te stellen dat spelers hun trainingsuren zouden besteden aan dubbel één. Die situatie komt immers slechts in ongeveer 1% van alle legs voor — een dozijn keer per jaar, hooguit. Oefenen op dubbels als twee, drie, vier en vijf is effectiever: het vergroot de vaardigheid op relevante finishes en helpt het gekkenhuis te vermijden.
Leeftijd
Ook opvallend is de zwakke correlatie tussen leeftijd en nauwkeurigheid op dubbel één. Namen als James Wade, Peter Wright, Jonny Clayton, Mensur Suljovic en Ian White scoren bovengemiddeld op deze dubbel.
Mike De Decker
Mike De Decker
De Decker
Helemaal onderaan vinden we Mike De Decker, met slechts vijf rake pijlen uit 25 pogingen. Maar zelfs hij eindigt minder vaak op dubbel één dan Kevin Doets, die van alle spelers de grootste neiging heeft om die dubbel op te zoeken, en slechts 27,6% van zijn pogingen verzilvert.
Samengevat: wie zijn statistieken op dubbel één wil opkrikken, doet er het beste aan er simpelweg nooit op te eindigen. Net als bij een ziekte geldt voor deze dubbel maar één echte remedie: voorkomen is beter dan genezen.
Claps 0bezoekers 0

Net Binnen

Meest Gelezen