Met de WK-loting van 24 november zijn alle 64 eerste-rondewedstrijden voor het
WK Darts 2026 officieel bekend. Het toernooi telt opnieuw een breed veld aan wereldtoppers, nationale helden en debutanten, maar tussen de tientallen affiches springen enkele duels er duidelijk uit. De openingsronde is traditioneel de fase waarin reputaties kunnen barsten en nieuwe namen zich aandienen, en dit jaar vormt daarop geen uitzondering.
Dartsnieuws.com selecteert zes wedstrijden die in de eerste ronde onmiddellijk de aandacht verdienen. Niet alleen vanwege de namen op het scorebord, maar ook vanwege de verhalen die erachter schuilgaan en de vormcurves die beide spelers meenemen richting Alexandra Palace.
Joe Cullen v Bradley Brooks: een duel vol vraagtekens
Op papier lijkt het een relatief rustige openingsronde voor Joe Cullen, maar schijn bedriegt. De Engelsman wisselde dit seizoen exemplarisch tussen pieken en dalen, maar pakte wel twee Players Championship-titels en bewees opnieuw dat hij op willekeurige dagen één van de gevaarlijkste spelers van het circuit is als hij zijn dag heeft.
Bradley Brooks heeft daarentegen de grootste stap van zijn carrière gezet. Hij begon het jaar met een ijzersterke Q-School, haalde de hoofdfase van de Winmau World Masters, kende daarna een dip, maar sloot het seizoen af met een imposante reeks resultaten. Zijn eerste Players Championship-titel — nota bene in een finale tegen Gerwyn Price — onderstreept zijn huidige niveau. Brooks staat inmiddels 42e op de jaarranking, maar staat door het ontbreken van grote podiumtoernooien slechts 72ste op de wereldranglijst. Op het WK verloor hij beide eerdere optredens met 3–2, waaronder die memorabele thriller tegen William Borland.
Cullen weet eveneens wat WK-drama is. De afgelopen twee jaar dwong hij zowel Luke Humphries als Gerwyn Price tot een sudden-death leg, beide keren zonder beloning. Een wedstrijd die alle kanten op kan en in veel sessies dé blikvanger zou zijn.
Joe Cullen heeft een wisselvallig 2025 achter de rug met pieken en dalen
Luke Woodhouse v Boris Krcmar: kwaliteit die vaak onderschat wordt
Luke Woodhouse behoort tot de meest stabiele spelers van 2025. Een finaleplek op de European Tour, een plek bij de laatste zestien op het WK van vorig jaar, een duidelijke stijging richting de top-24 en een constante stroom van solide prestaties maken hem op dit moment één van de beste spelers zonder PDC-titel.
Maar Krcmar is geen tegenstander die iemand graag treft. De Kroaat verloor zijn Tour Card, won die niet terug, maar speelde desondanks één van zijn beste seizoenen ooit. Hij pakte via een omweg een paar kwalificaties voor de European Tour, inclusief een kwartfinale in België waarin hij Michael van Gerwen uitschakelde. Zijn beslissing om de Lakeside-kwalificatie te laten schieten voor een softtiptoernooi in Japan leverde veel discussie op, maar bleek niets af te doen aan zijn vorm: kort daarna won hij het kwalificatietoernooi voor het PDC-WK.
Woodhouse brengt de regelmaat, Krcmar de onverwachte klap. Een affiche waarin het kwaliteitsverschil nihil is en de marges klein zullen zijn.
Luke Woodhouse maakt ieder seizoen stapjes en komt steeds dichterbij een debuut in de top-16
Gian van Veen v Cristo Reyes: een clash tussen generaties
Gian van Veen heeft dit seizoen de sprong naar de internationale top bevestigd. Zijn
eindzege op de European Championship, sterke optredens op de vloer en voortdurend hoge gemiddelden hebben hem benoemd tot mogelijke Premier League-kandidaat. En: de enige speler buiten Littler en Humphries die in de afgelopen twaalf maanden een ranking-major won.
Cristo Reyes keert na jaren afwezigheid terug op het grootste podium. De Spanjaard bereikte bij zijn WK-debuut in 2015 meteen de achtste finale en stond jarenlang in de top-32. Na het verliezen van zijn Tour Card in 2021 leek hij verdwenen, maar via de Mediterranean Qualifier vocht hij zich imponerend terug. Met een toernooigemiddelde van 97 bij dat kwalificatietoernooi keert hij in topvorm terug in Londen.
Een duel waarin momentum en ervaring botsen, en dat zonder meer een hoog scorend, snel duel kan worden.
Gian van Veen moet aan de bak om zijn eerste WK-zege te boeken
Daryl Gurney v Beau Greaves: het affiche waar iedereen het over heeft
Daryl Gurney heeft zijn vorm van weleer teruggevonden. Zijn World Cup of Darts-titel met Josh Rock, kwartfinales op de European Championship en Players Championship Finals en een solide World Grand Prix-campagne laten zien dat hij weer richting de top beweegt.
Maar zijn openingsronde wordt meteen een test van formaat.
Beau Greaves heeft in 2025 gedomineerd op de Development Tour, de Challenge Tour en de Women’s Series. Ze staat bekend om haar indrukwekkende scorend vermogen — alleen Luke Littler gooide dit jaar meer 180’ers — en presenteerde zich op de Grand Slam uitstekend, ondanks een loodzware groep met Van Gerwen, Anderson en Springer.
In Alexandra Palace zal het merendeel van de zaal achter haar staan. Gurney brengt de ervaring, Greaves het momentum en de hype. Een duel dat internationaal aandacht zal trekken.
Kan Beau Greaves in de voetsporen van Fallon Sherrock treden in Alexandra Palace?
Wessel Nijman v Karel Sedláček: twee spelers in opmars
Wessel Nijman heeft een duidelijke stap gezet richting de top van het professionele darts. Zijn twee Players Championship-titels, zijn achtste finale op de Grand Slam en zijn indrukwekkende jaargemiddelde (14e van alle spelers) laten zien dat hij structureel meedoet op hoog niveau.
Maar Sedláček is een groot gevaar. De Tsjech keerde begin 2025 terug op de Tour en noteerde sindsdien een reeks sterke resultaten, ondanks het ontbreken van grote televisie-optredens. Zijn cijfers liggen opvallend dicht bij die van Nijman. Waar Nijman soms worstelt met matchdarts, is Sedláček vaak koel in lastige situaties.
Op basis van vorm is dit één van de meest open wedstrijden van de eerste ronde.
Wessel Nijman hikt al enige tijd tegen de absolute wereldtop aan, maar moet dat laatste stapje nog zetten
Cameron Menzies v Charlie Manby: een duel met veel potentie
Cameron Menzies heeft dit jaar een structureel hoger niveau gehaald. Veel 180-scores, stabiele runs in majors en een stijging naar de 26ste plaats op de wereldranglijst vormen het bewijs. Toch blijft er een vraagteken: hoe gaat hij om met het WK-podium? Vorig jaar verloor hij zijn eerste wedstrijd zichtbaar aangeslagen door omstandigheden buiten het podium.
Charlie Manby is de revelatie van de Development Tour.
Een wedstrijdgemiddelde van 130 in één van zijn wedstrijden, een nipte nederlaag tegen Luke Littler op het jeugd-WK ondanks een gemiddelde van 102, een vierde plek op de Development Tour en een finale-gemiddelde van 103 tijdens de MODUS Super Series. Hij oogt volwassen, stabiel en totaal niet geïntimideerd door grote podia.
Een duel waarin Menzies’ ervaring botst met het potentieel van Manby, én een wedstrijd die zomaar het sportieve vuurwerk van de eerste ronde kan worden.
Met Cameron Menzies op het podium is het nooit saai