In
Tungsten Talk van MODUS Super Series schoof
David Pallett aan voor een openhartig gesprek. Over de jongen die in de kroeg van zijn ouders met darts begon, de county-jaren en de sprong naar de PDC. Over pieken op grote podia, een beruchte 170-finish, verlies en rouw, darteritus en uiteindelijk weer de herwonnen zin om te spelen. "Als mensen me herkennen, is het: jij bent die gast die niet voor 170 ging. Maar ik heb meer gedaan dan dat", zegt hij met een grijns.
Palletts dartleven begint in een klein dorpje buiten Cheswardine. "Mijn vader en moeder hadden daar een pub. Ik was vijf, zes jaar oud toen ik voor het eerst een pijl vastpakte. Na school mikte ik op het bord tot de zaak 's avonds openging. Zo is het begonnen." Niet veel later verhuist het gezin terug naar Newport en rolt hij meteen de Newport League in. "Eerst triples met oudere jongens, daarna doubles, en een jaar later singles. Stapje voor stapje."
Dat leren in de luwte verandert van toon zodra hij in de county-structuur belandt. "Shropshire is waar ik vandaan kom en ik hield ervan om daarvoor te spelen, maar toen speelden ze in Division Four. Mijn droom was om het Engelse seniorenteam (onder de BDO) te halen. Daarvoor moest ik uitkomen in een hogere divisie." De keuze om naar Cheshire te verkassen is pijnlijk maar noodzakelijk. "Er zaten daar zó veel klasbakken: Tony O'Shea, Daryl Fitton, Robbie Green, Gary Robson… om in dat A-team te komen, moest je 29/30 gemiddeld gooien, op een podium, met man-of-the-matchs in het B-team. Dat dwong me beter te worden."
Op county-weekenden en BDO-toernooien rijpt Pallett snel. Een sleutelrol is weggelegd voor Ricky Evans. "We woonden een tijd in dezelfde straat in Kettering. Fantastische trainingspartner — je wílt hem echt verslaan. Zijn natuurlijke talent is een van de beste die ik ooit heb gezien. En als vriend: elke trip werd leuk met hem."
Zijn eerste tv-ervaring komt op de World Masters, tegen teamgenoot O’Shea. "Werk had me eigenlijk geen vrij gegeven", lacht Pallett. "Ik ging tóch. Kwam het podium op, genoot, verloor, maar besloot daarna: ik ga Q-School proberen."
De sprong naar de PDC
De overstap naar de PDC volgt logisch uit ambitie. "Je wilt tegen de besten spelen, en destijds zat het gros van de wereldtop bij de PDC. Ik gooide goede gemiddelden, dus ik wilde mezelf testen." Met zijn Tour Card op zak vestigt Pallett meteen zijn naam — niet alleen met resultaten, ook met zijn onconventionele finishes. "Tegen Dave Chisnall had ik 60 over met één pijl. In plaats van single 20 ging ik voor dubbel 14. Mijn darts stonden toen wat omhoog en ik wilde een 'bust' vermijden: raak is dubbel 16 over, mis is 14 en dan 46 over — zes en tops. Ik hield niet zo van tops. Het werkte en de commentatoren fronsten. Heerlijk."
Ook op Euro Tours floreert hij. "Kwalificeren was het moeilijkst, maar als je erbij zat, was het goed geld en vooral: spelen op het podium. Daar kom ik het beste uit de verf. In Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Gibraltar — ik had overal plezier. Als ik geniet, gooi ik mijn beste darts."
Twee keer mag Pallett opdraven op het WK in Alexandra Palace. De eerste keer tegen Adrian Lewis levert een harde les op. Pallett pakt de eerste leg, draait zich om en zegt: 'ik ben de man!'. Daarmee leek hij Lewis te hebben geprikkeld, die vervolgens een hele set 120 gemiddeld gooide. "Ik heb 'm iets te veel opgefokt", geeft Pallett toe. "Je leert: daag je tegenstander nooit uit zonder reden."
Een jaar later is hij rustiger tegen Kim Huybrechts, en koelbloedig. In de beslissende set poetst hij 132 én 122 weg voor de wedstrijd. "Pas een dag later besefte ik dat ik zes legs op rij won. Soms valt alles goed: de scores, de dubbels, het gevoel."
Daarna wacht Mensur Suljovic, destijds nog in topvorm. Pallett mist de dubbel voor een negendarter. "Ik kreeg de kans, dat was al mooi. De pijl voelde geweldig dat ik hem losliet, maar de dubbel ging niet raak. Superpartij, maar net de verkeerde kant op gevallen."
Na die WK-ervaringen gaat het hem voor de wind: Pallett staat in de top 50. Toch stokt het op een gegeven moment en hij verliest zijn tourcard. "Pijnlijk, maar je kunt maar één ding doen: opstaan en door." Dat doet hij op onvergetelijke wijze op de UK Open, in een toernooi zonder publiek vanwege sneeuw. "Ik was in bloedvorm. Het hielp dat het zo koud en stil was — je focust je op warm blijven en je eigen spel. Uiteindelijk ging ik pas in de halve finale ten onder tegen Gary Anderson."
De tweede PDC-periode en 'die ene 170'
Pallett herovert later zijn Tour Card, maar het voelt anders. De resultaten blijven uit, en één moment blijft hangen: tegen Daryl Gurney gooit hij twee keer triple 20, maar gaat hij vervolgens niet voor de bullseye. "Ja, de beruchte 170. Ik kies op dat moment voor een grote 18, verlies de leg en uiteindelijk de wedstrijd. Mensen herinneren dát. Niet de halve finale op de UK Open, niet de winstpartijen op grote namen, maar dat clipje. Ach, zo gaat dat."
Die fase staat symbool voor zijn gevoel op Pro Tours. “Ik had geen plezier. Je rijdt erheen, verliest vroeg, kijkt op de klok en denkt: rond 13.00 uur weer in het hotel. Dat sloopt je. Je móét plezier hebben en terug naar de basis."
Privé stapelen de problemen zich ook op. Zijn vader Ian wordt ziek en raakt in een rolstoel. Pallett verhuist meermaals en moet zijn vader verzorgen. "Het zet alles in perspectief. Je komt thuis van weer een slecht weekend. Hij vraagt hoe het ging, weer slecht nieuws. En dan… moet je op een dag afscheid nemen."
Die jaren zijn zwaar, maar ook kostbaar. "We hebben nog lang samen gewoond aan het einde. Daar ben ik dankbaar voor." Intussen bouwen David en zijn partner Bobby aan hun gezin en krijgen ze twee kinderen. "Nu wil ik hem trots maken. Dat is de brandstof."
Alsof de problemen met zijn vader nog niet genoeg waren, krijgt hij later ook nog te maken met darteritus. "Ik bleef wel eens een halfuurtje gooien, maar het liep niet. Ik won nog een lokaal toernooi, maar twee weken later was het dan weer niks." Vervolgens legt hij de pijlen een aantal weken aan de kant. "Toen ik ze weer oppakte, voelde alles ineens weer goed. Sindsdien heb ik ze niet meer neergelegd. Ik heb MODUS om een nieuwe kans gevraagd — ik had ze eerder moeten laten weten dat het nog niet ging — en die kreeg ik. Daar ben ik ze dankbaar voor."
Pallett noemt het geen comeback maar een nieuwe opbouw. "Elke week waarin je speelt, moet je 100% geven. Volgend jaar ga ik terug naar Q-School. Ik voel me weer klaar om te concurreren met die mannen. Alleen er in komen is al lastig, meedoen om de knikkers is nog wat anders. Maar ik geloof dat het kan."